Musicus in corona-tijd

Het jaar 2020. het lijkt een mooi rond getal, maar wát een onwerkelijk jaar was dat…en nog altijd zitten we midden in de corona-crisis.

Hoe houd je je staande als musicus wanneer je je stem niet meer kan laten horen richting publiek? Een uitvoerend musicus is immers de onmisbare spreekbuis in de communicatie tussen componist en publiek.

Gelukkig vervangen opnames het gat tussen zender (componist) en ontvanger (luisteraar) en we leven in het tijdperk van internet, waarin de toegang tot muziek door bijv. youtube, spotify, haast oneindig groot is. 

Ook het “streamen” van uitvoeringen, zelfs zonder aanwezig publiek, heeft door de corona-crisis een hoge vlucht genomen.

Toch geeft het een gevoel van vervreemding als ik mij realiseer dat ik van mijn 5e tot mijn 6e jaar (het eerste jaar dat ik viool speelde), vaker heb opgetreden dan het afgelopen jaar! Het lijkt op een onvrijwillige sabbatical. 

Hoe geef je vorm aan je bestaan wanneer een belangrijk deel daarvan is ontnomen? Iedere artiest worstelt al bijna een jaar met die vraag, en voor iedereen is er een eigen weg om te bewandelen. Ik kan daarom onmogelijk aangeven wat de beste weg is, maar wel mijn persoonlijke ervaring delen, in de hoop dat het lezers kan inspireren.

Vroeger studeerde ik dagelijks om voorbereid op les te komen, en werkte je systematisch toe naar de voorspeelavond, of uitvoering in het openbaar. Op die manier maakte je gestaag progressie, deed je allerlei ervaringen op, en groeide je het vak in.

Het positieve aspect van die opleiding is dat je de discipline hebt aangeleerd om dageliijks te studeren, en dat het mij nu niet veel moeite kost om dat vol te houden. 

Muziek maken is immers een deel van je identiteit, een “way of living”  Grotere bedreigingen dan de corona-crisis om niet toe komen aan studeren zijn bijv. het huishouden, administratie, fietsbanden plakken, etc.

Bovendien voelt het onaangenaam om mijn spelvaardigheden achteruit te laten gaan door gebrek aan studie-uren; voor een deel is dat puur fysiek: je vingers worden slapper (gekookte spaghetti-vingers) je spieren stijver, de bewegingen strammer, etc. Wanneer je muziek maakt vergelijk je jezelf voortdurend  met je potentie, en daarom voelt het fijn om in vorm te blijven. Wat er natuurlijk blijft missen is de  routine van concerteren, vergelijkbaar het “wedstrijd-ritme” van een sporter.

De ene dag oefen ik vooral toonladders, en allerlei technische oefeningen, de andere dag speel ik Bach-solo, en/of études. Ik doe dat intuïtief; wat voor mij op die dag het beste “voelt”  Het leuke is dat je daardoor vanzelf genoeg afwisseling en variatie krijgt, waardoor de motivatie hoog blijft. Zelfs alleen toonladders spelen kan heel verfrissend zijn, en Bach-solo inspireert mij altijd. Recent heb ik de caprices van Pierre Rode herontdekt. In mijn jeugd benaderde ik deze vooral als études. maar ik ben verrast over de muzikale inhoud en kwaliteit. (Ik zal hier op een latere blog nog op terug komen)

Het wegvallen van concerten, repetities, geeft ook de nodige ruimte in de agenda om nieuwe werken in te studeren; die prachtige vioolconcerten dat je altijd al eens hebt willen instuderen. En toch miste ik hier een doel om echt tot het gaatje te gaan. Waar kun je het etaleren, met wie kun je het delen: wie luistert er naar: kortom: wat is de zin van muziek? Het voelt een beetje als Narcissus die verrukt naar zijn eigen spiegelbeeld in het water keek, en er vervolgens in verdronk. Er mist een ontvanger, en daarmee voelt het uiteindelijk onbevredigend.

Ik heb echter het geluk gehad dat ik niet werkeloos ben geraakt door de corona-crisis; omdat ik ook veel les geef. Daardoor ben ik het afgelopen jaar in verbinding kunnen blijven met de muziek, en dus met een deel van wie ik ben. Het is niet eenvoudig geweest, en nog altijd niet, momenteel geef ik vanwege de lockdown opnieuw vrijwel alleen online les. 

Het lesgeven betekent nu extra veel voor mij: structuur in de week en dagindeling, het contact met mensen,  een gevoel van zingeving, en de voldoening van het doorgeven, dat ik altijd al kreeg van het les geven. 

En ook op het gebied van studeren heeft het zijn positieve uitwerking: een aantal van mijn leerlingen spelen het grote repertoire van Bach, Beethoven, Brahms etc. Hierdoor raakte ik geïnspireerd om dit repertoire met hun mee te studeren, om er vervolgens beter les in te kunnen geven, etc. 

Met name bij de Bach viool-solo werken, heeft het lesgeven een extra impuls gegeven aan mijn visie over deze werken; die ontwikkeling houdt natuurlijk nooit op. Zelfs een opname is uiteindelijk een moment-opname in het leven van een musicus. Leerlingen brengen mij op allerlei ideeën: een andere vingerzetting die handiger of mooier is, een betere articulatie en frasering door andere streken, nieuwe mogelijkheden over tempo en timing, en zo kan ik nog wel even doorgaan.

Ik wil deze blog dan ook graag afsluiten met een mooi citaat van de beroemde dirigent Leonard Bernstein: 

“if i teach, i learn”